Ooien

Het is belangrijk dat de lichamelijke conditie van de ooien op peil wordt gehouden in de aanloop naar het aflammeren. Als ooien te vet worden, wordt de voedselinname beperkt en verloopt het aflammeren moeilijker. Dit leidt tot problemen met de stofwisseling en een lage melkproductie. Met name ooien die maar één lam dragen, worden al snel te vet. Ooien die een meerling dragen, hebben een hogere energie-opname, waardoor de lammeren zich beter kunnen ontwikkelen. De lammeren nemen tijdens het eind van de dracht steeds ruimte in beslag, zodat er minder ruimte overblijft voor de pens. Hierdoor wordt de voedselinname mogelijk beperkt. Bij deze ooien is er een risico dat ze al vóór het aflammeren ketose, slepende melkziekte krijgen.