Hogere toomgewichten, hogere groei biggen
Uit de testresultaten zagen we allereerst dat de conditie en het conditieverloop wel degelijk van invloed zijn op de prestaties van de gelten en op de vruchtbaarheid van de eersteworpszeugen bij de start van de 2e productiecyclus”, vervolgt Guillaume. “Zo bleek dat gelten met een lichaamsgewicht van meer dan 169 kg bij het dekken niet alleen hogere toomgewichten realiseerden bij het spenen, maar ook een hogere groei van de biggen bereikten gedurende de lactatie.” Uit ander onderzoek blijkt anderzijds wel dat een té hoog gewicht bij het dekken in de eerste worp wel een negatieve impact heeft op de langleefbaarheid van die zeug, met name in verband met beenwerkproblemen. Er zijn dus 2 kanten aan deze medaille.
Groeicurve binnen mum van tijd hersteld
Ook zocht het onderzoeksteam naar mogelijkheden om de groeicurve te beïnvloeden. “De gelten op het bedrijf verbleven in eerste instantie tot week 28 in groepshuisvesting. Daar was sprake van ad libitum voedering en konden we nauwelijks bijsturen. Zeker niet in de hoeveelheid voer die de gelten opnamen. Vanaf week 28 werden die gelten overgebracht naar de individuele boxen. Daar bleek in veel gevallen dat de groei achterbleef” schetst Guillaume. “We hebben toen geadviseerd om de gelten 4 weken eerder over te plaatsen naar de individuele boxen en ze daar meer voer te verstrekken. We zagen dat we door deze aanpassing in huisvesting, voer en voerschema de groeicurve binnen mum van tijd hersteld hadden.”
Ideale opfokstrategie is minder zwart-wit
“Wat me vooral opviel tijdens het onderzoek, is dat de ideale opfokstrategie veel minder zwart-wit is dan je misschien denkt. Zo bleek uit onze onderzoeksresultaten dat gelten niet meer dan 2,8 mm spek mogen aanzetten gedurende de dracht. Dit zou namelijk aanleiding geven tot een mindere aanvang van de 2e productiecyclus van de eersteworpszeugen. De spekdikte doet er dus toe. Tegelijkertijd moet je er ook voor zorgen, dat gelten niet te veel spek verliezen aan het einde van de dracht of tijdens het inseminatiemoment, want dat kan vruchtbaarheidsproblemen geven in de volgende cyclus.”
Op zoek naar ‘de sweet spot’
“Hetzelfde geldt voor het toomgewicht. Ons onderzoek toonde aan dat als gelten in de lactatie bij spenen een toomgewicht van meer dan 90,5 kilo hadden, ze meer vet mobiliseren, wat nadelig kan zijn voor de volgende ovulatie en de kwaliteit van de eicellen. Dus een te hoog toomgewicht wil je vermijden, maar een te laag gewicht werkt ook niet in je voordeel.” De verdeling van het aantal biggen over de zeugen blijft een puzzel.
Nuttig vervolgonderzoek
“Op dit bedrijf hebben we geadviseerd de groei in de laatste weken van de opfok te verhogen. Deze hogere groei zou leiden tot een hoger lichaamsgewicht, wat de prestaties van de gelten in de lactatie ten goede zou komen; namelijk een snellere groei van de biggen. Maar omdat het in deze proef gaat om twee verschillende groepen dieren, zou het verder opvolgen van de opfokpopulatie tijdens de eerste cyclus nuttig vervolgonderzoek zijn om deze inzichten te bevestigen en verder uit te diepen”, motiveert Guillaume.
Stap voor stap tot de ideale opfokstrategie
“Als wereldwijd marktleider op het gebied van innovatieve nutritionele oplossingen, zijn we steeds op zoek naar manieren om onze producten verder te optimaliseren. Nu we weten welke parameters een belangrijke rol spelen bij de productieresultaten van gelten, blijven we ook de komende periode monitoren en analyseren. Zo komen we stap voor stap tot de ideale opfokstrategie”, besluit Katleen.
Wil je meer weten over strategieën voor opfokgelten of samen een project opstarten? Neem contact op met onze accountmanagers en schrijf je in op onze nieuwsbrief.