€ 10.000 met jongveeopfok verdienen? Start met het verlagen van de ALVA!

De gemiddelde afkalfleeftijd van vaarzen (ALVA) bedraagt in België en Nederland al tientallen jaren 26 maanden. Dat betekent dat alle gemaakte kosten voor jongveeopfok zich pas na ruim 2 jaar beginnen terug te verdienen. Hier valt meer rendement uit te halen. Zeker wanneer u uw opfokdoelstellingen aanscherpt. In dit artikel leest u hoe.

Wist u dat de hoogste levensproducties worden gehaald bij vaarzen met een afkalfleeftijd van 22 maanden? Het verlagen van de ALVA middels een intensiever Lifestart opfok, resulteert via meerdere wegen in een verhoogd rendement, te weten:

  1. Lagere opfokkosten en dus snellere terugbetaling door de melkkoe
  2. Meer bedrijfsruimte voor melkvee en melkgeld
  3. Hogere productie van de veestapel

Hieronder wordt per onderwerp ingezoomd op het extra rendement via de verschillende wegen.

1. Lagere opfokkosten en snellere terugbetaling

Wanneer arbeid niet wordt meegerekend, zijn de gemiddelde opfokkosten € 1.650 (WUR, 2019). Uitgaande van een gemiddelde levensproductie van 31.000 kg melk, kost de jongveeopfok dus gemiddeld 5,3 cent/kg melk. Bij een melkveebedrijf met 100 melkkoeien, met een vervangingspercentage van 35%, een ALVA van 26 maanden en een uitvalspercentage in de opfok van 10%, zijn er 83 stuks jongvee nodig (tabel 1).

56468-tn-lifestart-figuren-artikel-6-1.jpg

Hier valt zeker meer rendement te halen: alleen al het optimaliseren van de afkalfleeftijd van 26 naar 22 maanden, levert een besparing op van 12 dieren (groene scenario)! Deze besparing van 12 dieren x (€ 1650/2) kan oplopen tot ca. € 10.000  per jaar.

Per afgekalfde vaars komt daarnaast nog een extra besparing. Ondanks een intensievere ‘Lifestart’ opfok, die een lichte stijging in voerkosten met zich meebrengt, zorgt de 4 maand snellere opfok voor een besparing van € 80 per afgekalfde vaars. Dat is voor een melkveebedrijf van 100 melkkoeien € 3.000 per jaar extra. Jongveeopfok kost hierdoor gemiddeld 5,1 cent/kg melk, bij de aanname van een gelijkblijvende levensproductie. In andere woorden: de melkkoe betaalt zich sneller terug.

Een eventuele verbetering in het vervangingspercentage betekent bovendien een nog grotere besparing op het bedrijf, zoals ook in tabel 1 is af te lezen. Een 5% lager vervangingspercentage bespaart gemiddeld 10 dieren extra voor de opfok.

2. Meer ruimte voor melkvee en melkgeld

Sinds enkele jaren kost het houden van jongvee extra geld, omdat de fosfaatruimte die wordt ingenomen door jongvee ook gebruikt kan worden voor melkgevende dieren. Een lagere ALVA betekent minder kalveren per 100 koeien en daarmee dus meer ruimte op uw bedrijf (vanuit tijd, fosfaat) om melkvee aan te houden. Minder kalveren gekoppeld aan meer koeien betekent een hogere opbrengst vanuit uw bedrijf.

In het voorbeeld hierboven, waarbij alleen de ALVA wordt verlaagd met 4 maanden, betekent het voor de fosfaatrechten dat 4,3 melkkoeien extra gehouden kunnen worden. Daarmee kunt u een investering van zo’n € 28.500 aan fosfaatrechten besparen.

3. Hogere productie van de veestapel

In tegenstelling tot de mythe dat een lagere ALVA ten koste gaat van de vaars en/of de productie, tonen meerdere onderzoeken aan dat een verlaging van de ALVA, via een intensievere Lifestart opfok de productie verhoogt. Het omlaag brengen van de afkalfleeftijd levert dus ook hier geld op, omdat vaarzen eerder melk gaan produceren. Dit natuurlijk wel gebaseerd op een goed ontwikkelde pink bij insemineren van 390-400 kg. Een mooi voorbeeld staat hieronder. Deze grafiek, waarbij de gerealiseerde melkproductie op 8834 melkveebedrijven in Canada is nagegaan, laat goed zien dat een lagere afkalfleeftijd op de melkproductie zelfs positief uitpakt.

56468-tn-lifestart-figuren-artikel-6-2.jpg

Diverse onderzoeksresultaten tonen dus aan dat een lagere ALVA leidt tot een verhoogde melkproductie. Daarnaast laat eigen Trouw Nutrition onderzoek zien dat de kans op een 3e lactatie ook aanzienlijk toeneemt bij een LifeStart opfok. Kortom, het actief verlagen van de ALVA levert u niet alleen meer liters op per lactatie, maar uw melkvee gaat ook nog eens langer mee.