Voer 4 liter biest binnen het eerste uur
Het langetermijneffect van biest is ook in een ander onderzoek (Soberon and Van Amburgh, 2011) bevestigd. Daar resulteerde een 4 liter biestgift ten opzichte van een 2 liter biestgift in een significant hogere groei en voeropname na het spenen, ondanks dat de bloedserumwaarden (lgG) van beide groepen meer dan 10 mg/ml was. Het LifeStart advies is daarom om 4 liter biest te voeren binnen het eerste uur en in totaal 6 liter in de eerste 24u.
Rijker aan voedings- en groeistoffen
Niet alleen de eerste melking biest bevat extra voedingsstoffen ten opzichte van ‘gewone’ melk. Ook in de daaropvolgende melkbeurten is de melk rijker aan voedings- en groeistoffen dan ‘gewone’ melk.
Een kalf is dan wellicht niet meer volledig in staat om de IgG’s op te nemen in het bloed, maar de antistoffen doen nog steeds hun werk in de darmen en de groeifactoren stimuleren nog steeds de darmontwikkeling. Voer in de eerste twee à drie dagen dan ook transitiemelk.
Voorkom te hoge kiemgetallen
Het kiemgetal (kve) van biest geeft de hygiënische kwaliteit weer: biest mag de norm van 100.000 kve niet overschrijden. Belangrijk om te beseffen is dat het kiemgetal zich bij kamertemperatuur elke 20 minuten verdubbelt. Biest met een ‘goed’ kiemgetal van 15.000 kve heeft dus al na 60 minuten op kamertemperatuur een kiemgetal van 120.000 kve! Verse biest heeft een hoge temperatuur (37°C) en bij het koelen of invriezen daalt de temperatuur dus ook maar geleidelijk. Voor een snelle temperatuurdaling heeft het daarom de voorkeur om bij het koelen een platte container te gebruiken .
Biesthygiëne tijdens het melken, conserveren én voeren
Nederlands onderzoek (Vetvice, 2015) toont aan dat 24% van de verse biest en 58% van de ingevroren biest een te hoog kiemgetal heeft. Ook onderzoek van Trouw Nutrition in samenwerking met dierenartspraktijk OKAPI, laat eenzelfde beeld zien: van de 30 onderzochte ingevroren biestmonsters hadden allen een te hoog kiemgetal. Ook bij het te langzaam ontdooien van melk, kunnen kiemen vrijkomen en zich snel(ler) vermeerderen. Zorg tot slot bij het verstrekken van de biest voor een schone sonde of biestfles, anders kunnen alle overige hygiënemaatregelen zomaar voor niks zijn.
Biestpasteurisatie: wanneer wel en wanneer niet?
Biestpasteurisatie komt veel voor. Door te pasteuriseren worden eventuele ziekteverwekkers afgedood. Verschillende studies laten ook een hogere IgG-absorptie zien met gepasteuriseerde biest. De gouden pasteurisatieregel is 60 minuten op 60ºC, waarbij de temperatuur erg nauw komt. Bij een lagere temperatuur, of minder lang is de pasteurisatie niet effectief genoeg en bij hogere temperaturen raken goede eiwitten en groeifactoren beschadigd. Dit laatste blijft een risico bij de 60/60 strategie, omdat het effect van pasteurisatie op veel biestcomponenten niet is onderzocht. Biestpasteurisatie wordt daarom aangeraden wanneer biest wordt bewaard, ook al is dat voor een korte periode. Indien biest op een schone, hygiënische manier wordt gewonnen, met een laag kiemgetal en direct wordt gevoerd, is het niet nodig om deze te pasteuriseren.